Zijn naam: Abu Mohammed Abdurrahmaan Ibn ‘Awf Ibn ‘Abd Ibn Al-H’aarith Al-Qurashie Az-Zuhrie. Voor de islam heette hij Abd (dienaar van) Amr of Abd Al-Ka’bah. Daarna veranderde de profeet (vrede zij met hem) zijn naam in Abdurrahmaan.

Hij was een van de tien metgezellen die verheugd werden met het nieuws dat zij tot de paradijsbewoners behoren. Hij was een van de zes metgezellen die deel uitmaakten van de benoemingscommissie die belast was met het benoemen van de derde kalief. Hij behoort tot de eerste acht personen die zich tot de islam bekeerden en behoorde ook tot de deelnemers aan de Slag van Badr. Volgens Al-Madaa’inie werd Abdurrahmaan Ibn Awf tien jaar na het Jaar van de Olifant geboren. 

Hij heeft meerdere overleveringen verhaald. Op zijn gezag hebben overgeleverd: Ibn Abbaas, Ibn Omar, Anas Ibn Maalik, Djaabir Ibn Abdellaah en anderen. Hij heeft twee overleveringen door zowel Al-Boekhaarie en Moslim zijn verhaald in hun Sahiehs en in Sahieh Al-Boekhaarie heeft hij vijf overleveringen. Hij heeft in Moesnad Baqiyy Ibn Makhlad in totaal 65 overleveringen. 

Zijn deugden:
De profeet (vrede zij met hem) heeft getuigd dat Abdurrahmaan tot de paradijsbewoners zal behoren. Hij behoorde tot de deelnemers van de Slag van Badr tegen wie Allah gezegd heeft: ‘Doe wat jullie willen.’ Hij behoorde tot degene die onder deze Koranvers vallen: ‘Voorzeker, Allah is tevreden over de gelovigen toen zij jou trouw zwoeren onder de boom.’ [Soerat Al-Fath, Koranvers: 18]

Daarnaast heeft de profeet (vrede zij met hem) achter hem gebeden. Er werd aan Al-Moeghierah Ibn Shu’bah gevraagd of de profeet (vrede zij met hem) achter iemand anders dan Abu Bakr had gebeden. Hij zei ja en vertelde dat de profeet (vrede zij met hem) een keer de woedoe verrichtte en over zijn leren sokken en tulband veegde. Shu’bah zei: ‘vervolgens bad hij (vrede zij met hem) één Rak’ah van het ochtendgebed achter Abdurrahmaan Ibn Awf. Daarna maakte wij de Rak’ah af die wij hadden gemist.’ Overgeleverd door o.a. imam Moslim en imam Ahmed. 

De profeet (vrede zij met hem) stuurde een militaire groep erop uit en gaf het gezag over hen aan Abdurrahmaan Ibn Awf. Qataadah zei over de woorden van Allah in Soerat At-Taubah ‘Degenen die beledigende aanmerkingen maken over de gelovigen die vrijwillig aalmoezen geven’: ‘Abdurrahmaan Ibn Awf gaf de helft van zijn vermogen weg, namelijk vierduizend (gouden) dinars. Sommige hypocrieten zeiden toen: ‘Waarlijk, Abdurrahmaan heeft veel Riyaa (wil graag gezien worden).’ [Overgeleverd door At-Tabarie] 

Sa’ied Ibn Zayd verhaalde dat de boodschapper van Allah (vrede zij met hem) bij de grot H’iraa’ was, samen met Abu Bakr, Omar, Uthmaan, Ali, Talha, Az-Zubayr, Sa’d en Abdurrahmaan Ibn Awf. De boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei toen: ‘Wees stil H’iraa’ want op jou bevinden zich enkel een profeet, een Siddieq en een martelaar.’ Sa’ied vertelde dat hij er ook bij was geweest. [Overgeleverd door Ahmed, At-Tirmidzie en Ibn Maadjah]

Abu Hoerayrah verhaalde dat de boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: ‘De besten onder jullie zijn degenen die het beste voor mijn vrouwen zijn na mij.’’ Vervolgens verkocht Abdurrahmaan Ibn Awf een tuingaard voor 400 duizend en verdeelde dit bedrag onder de vrouwen van de profeet (vrede zij met hem). [Overgeleverd door Ibn Abie ‘Aasim en Al-H’aakim en is authentiek verklaard door Al-H’aakim en Adz-Dzahabie]

Abu Sa’ied verhaalde dat er een twist was tussen Khaalid Ibn Al-Walied en Abdurrahmaan Ibn Awf, waarop Khaalid hem beledigde. De boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei daarop: ‘Scheld mijn metgezellen niet uit. Welzeker, indien iemand van jullie net zoveel goud als de (berg) Uhoed zou weggeven, dan zou hij niet eens een handvol (aan hun werken) bereiken en zelfs niets de helft ervan.’ [Overgeleverd door Moslim]

Oem Bakr Bint Miswar vertelde dat Abdurrahmaan Ibn Awf en stuk grond voor 40 duizend (gouden) dinars aan Uthmaan Ibn Affaan had verkocht. Vervolgens verdeelde hij dit bedrag onder de leden van de stam Banoe Zuhra, onder de armen en onder de moeders der gelovigen. Miswar zei: ‘Ik kwam toen bij Aisha met haar deel waarop zij zei: ‘Wie heeft dit gestuurd?’ Ik zei: ‘Abdurrahmaan Ibn Awf.’ Zij zei: ‘Waarlijk, de boodschapper van Allah (vrede zij met hem) heeft gezegd: ‘Niemand zal na mij barmhartig voor jullie zijn, behalve de geduldigen.’ Moge Allah Ibn Awf van de Salsabiel van het paradijs laten drinken.’’ [Overgeleverd door imaam Ahmed in Fadhaa’il As-Sahaabah en is authentiek verklaard door Wasieyoellaah Abbaas] 

Er is ook gezegd dat Abdurrahmaan Ibn Awf tot de moefti’s behoorde in het tijdperk van de boodschapper van Allah (vrede zij met hem) en alsook in het tijdperk van Abu Bakr en Omar. Talha Ibn Abderrah’maan Ibn Awf zei: ’De inwoners van Medina waren afhankelijk van Abdurrahmaan Ibn Awf. Aan derde van hen leende hij geld. Van een derde van hen loste hij de schulden af. Een derde van hen voorzag hij van aalmoezen.’ Sa’d Ibn Al-H’asan zei: ‘Abdurrahmaan Ibn Awf was niet te onderscheiden van zijn slaven.’ 

Az-Zuhrie verhaalde dat Ibraahiem Ibn Abderrah’maan tegen hem zei: ‘Abdurrahmaan Ibn Awf raakte bewusteloos toen hij ziek was. Zij dachten zelfs dat hij dood was. Zij stonden op om weg te gaan en bedekten hem. Vervolgens kwam hij weer bij en zei hij Allahu Akbar. Zijn gezinsleden zeiden vervolgens ook Allahu Akbar. Daarna zei hij tegen hen: ‘verloor ik net mijn bewustzijn?’ ‘Ja’, zeiden zij. ‘Jullie hebben de waarheid gesproken,’ zei hij, ‘tijdens mijn bewusteloosheid namen twee mannen mij mee. Zij waren ruw en hard. Zij zeiden: ‘Kom, wij gaan jou aanklagen bij de Almachtige, de Betrouwbare.’ Zij namen mij mee. Vervolgens kwamen we een man tegen en die zei: ‘Waar brengen jullie hem naartoe?’ Zij zeiden: ‘Wij gaan hem aanklagen bij de Almachtige, de Betrouwbare.’

Hij zei: ‘Ga maar terug want hij behoort tot degenen voor wie Allah voorspoed en vergeving heeft bepaald, toen zij nog in de buiken van hun moeders waren. En dat zijn kinderen nog van hem gaan genieten tot wanneer Allah wil.’’ Daarna leefde hij nog een maand.’ [Overgeleverd door Ibn Sa’d]

Urwah zei: ‘Abdurrahmaan nam in zijn testament op dat 50 duizend (gouden) dinars op het pad van Allah (omwille van de jihad) weggegeven moest worden. Er werd toen duizend dinar per persoon gegeven.’ Az-Zuhrie zei dat Abdurrahmaan een bedrag in zijn testament beschikbaar had gesteld ten gunste van de deelnemers aan de Slag van Badr. Ze werden geteld en het waren honderd man. Er werd aan eenieder van hen vierhonderd dinar gegeven. Onder hen was ook Uthmaan en hij nam zijn deel aan. Az-Zuhrie vertelde ook dat Abdurrahmaan duizend paarden in zijn testament beschikbaar gesteld ten gunste van de jihad omwille van Allah. 

Ibraahiem de zoon van Abdurrahmaan Ibn Awf zei: ‘Ik hoorde Ali zeggen op de sterfdag van Abdurrahmaan Ibn Awf zeggen: ‘Waarlijk, jij hebt de mooiste tijdperk ervan meegemaakt en bent de slechte tijdperk ervan ontlopen.’ Anas zei: ‘Ik heb gezien dat elke vrouw van Abdurrahmaan Ibn Awf 100 duizend kreeg na zijn dood.’ 

Toen Abdurrahmaan Ibn Awf naar Medina emigreerde was hij arm en had hij niks. De boodschapper van Allah (vrede zij met hem) had hem met Sa’d Ibn Ar-Rabie’ – een van de voormannen – verbroederd. Sa’d stelde voor om de helft van zijn bezittingen met hem te delen en om van een van zijn twee vrouwen te scheiden. Abdurrahmaan zei: ‘Moge Allah jouw vrouwen en bezittingen zegenen. Vertel me waar de markt is.’ Hij ging erheen en kocht wat, verkocht het door en maakte winst. Het duurde niet lang voordat hij wat dirhams had verdiend. Daarna trouwde hij een vrouw met als bruidschat: het gewicht van een dadelpit in goud. Op een dag zag de profeet (vrede zij met hem) dat Abdurrahmaan Ibn Awf iets geels had[1] en zei tegen hem: ‘Geef een trouwfeest, al is het maar met een schaap/geit.’ Vervolgens namen zijn handelsactiviteiten toen. [Overgeleverd door Al-Boekhaarie] 

Al-Madaa’inie zei dat hij in het jaar 32 H. was gestorven en in Al-Baqie’ (Medina) werd begraven. Hij was 75 jaar oud geworden. 

Moge Allah tevreden zijn over Abdurrahmaan Ibn Awf en over alle metgezellen. En moge Allahs salaat en salaam zijn met onze profeet Mohammed en met zijn familieleden en metgezellen.  


Team Dawah-tv


[1] Vertaler: Ibn Hadjar zei dat dit kwam door een soort parfum die van saffraan wordt gemaakt. En saffraan is geel van kleur.