In naam van Allah, de Barmhartige de Genadevolle en vrede en zegeningen zij met eenieder van de profeten evenals met hen die hun boodschap volgen.
Onder de voorgaande volkeren bevond zich een man die de naam Qaroen droeg. Hij was één van de mannen van het volk van Mozes en er wordt gesteld dat hij ook tot de familie van Mozes behoorde. In hoofdstuk 28 van de Koran wordt zijn verhaal verteld en uit dit verhaal blijkt direct dat hij niet zomaar een persoon was. Allah vermeldt in de Koran dat Hij hem voorzag van grote rijkdom in een mate dat de sleutels tot de rijkdommen die hij bezat met moeite gedragen konden worden door een groep sterke mannen. Het is dan ook niet vreemd dat er mensen waren onder het volk van Mozes die graag in zijn schoenen zouden staan en graag een dergelijke rijkdom zouden willen bezitten.
Het is, wanneer Allah je voorziet van rijkdom natuurlijk gepast om hiervoor dankbaar te zijn en dit geldt natuurlijk niet alleen voor rijkdom. Dankbaarheid is uiteraard ook op zijn plaats voor welke voorziening je ook van Allah ontvangt. Hij is immers Degene die voorzieningen schenkt aan de mensheid gezien Hij de Schepper van alle zaken is. Logischerwijs zou Qaroen dan ook dankbaar moeten zijn voor de rijkdommen waarmee Allah hem begunstigd had maar het tegenovergestelde was echter waar. In plaats van zijn dankbaarheid aan Allah te tonen in woord en daad koos hij ervoor om dit niet te doen en zich arrogant en hoogmoedig te gedragen. Daarbij kwam nog eens dat hij claimde dat hij de rijkdommen die hij in zijn bezit had niet zozeer een gunst waren van Allah maar een bewijs van de liefde van Allah voor hem. Oftewel: waarom dankbaar zijn, het is logisch dat ik dit krijg van Allah, het is immers wat ik verdien.
Onder het volk waren er ook mensen die hem adviseerden dergelijke bewoordingen niet te gebruiken, zijn geld te gebruiken voor het bereiken van het paradijs en geen verderf te zaaien op aarde met zijn hoogmoedige gedrag. In hoofdstuk 28: 76-77 lezen we hierover:
“Waarlijk, Qaroen behoorde tot het volk van Mozes, maar hij gedroeg zich hooghartig tegen hen. En Wij schonken hem zoveel schatten dat hun sleutels met moeite door een groep sterke mannen gedragen zouden kunnen worden. (Gedenkt) toen zijn volk tot hem zei: “Wees niet hoogmoedig: voorwaar, Allah houdt niet van de hoogmoedige. En zoek met wat Allah jou gegeven heeft het Huis van het Hiernamaals en vergeet niet jouw deel (van wettig vermaak) in deze wereld. En doe goed zoals Allah jou goed heeft gedaan en zaai geen verderf op de aarde. Voorwaar Allah houdt niet van de verderfzaaiers.” (28: 76-77)
En zoals gezegd, hij claimde dat hij de rijkdom aan zichzelf te danken had gezien Allah hem liefhad, terwijl hij zich arrogant opstelde tegenover anderen vanwege deze gunsten. Maar deze claim is niet terecht. Dat Allah van iemand houdt, betekent niet dat Allah hem ook rijkdom schenkt. En dat iemand rijkdom bezit betekent niet dat Allah van hem houdt. Wat belangrijk is, is hoe we omgaan met de gunsten van Allah, of ze nu als groot worden gezien door de mensen of niet. Daarom zien we dat er mensen waren onder het volk van Mozes die verlangden naar de rijkdommen en er mensen waren die hen vermaanden door hen eraan te herinneren dat de beste beloning de beloning van het Hiernamaals is. En het moge duidelijk zijn welke persoon meer geliefder is bij Allah, want de liefde van Allah voor een persoon is afhankelijk van de mate waarin een persoon godsvruchtig is, zoals staat vermeld in hoofdstuk 49:13:
"O mensheid, Wij hebben jullie geschapen uit een man en een vrouw en Wij hebben jullie tot volken en stammen gemaakt, opdat jullie elkaar leren kennen. Voorwaar, de meest edele onder jullie bij Allah is degene met het meeste godsvrucht. Voorwaar, Allah is van alles op de hoogte, Alwetend." (49:13)
Laten we het verhaal verder lezen...
“Hij (Qaroen) zei: “Voorwaar, dat wat aan mij gegeven is, berust op kennis die ik bezit.” Wist hij dan niet dat Allah vóór zijn tijd generaties heeft vernietigd die veel sterker waren dan hij en meer (rijkdom) verzameld hadden? En de misdadigers hoeven niet over hun zonden ondervraagd te worden. Toen begaf hij zich onder zijn volk, in vol ornaat. Degenen die het wereldse leven wensten, zeiden: “Hadden wij maar zoveel als Qaroen gegeven is. Voorwaar, hij is zeker een man die geweldig geluk heeft.” En degenen aan wie de kennis gegeven was, zeiden: “Wee jullie, de beloning van Allah is beter voor wie gelooft en goede daden verricht. En zij wordt niet bereikt, behalve door de geduldige.” (28: 78-80)
Concluderend kunnen we dus zeggen dat deze man (Qaroen) alles had gekregen wat een mens kan wensen: hij was in het bezit van rijkdommen die ongekend waren in zijn tijd, hij had een hoge status en kreeg advies van vrome mensen die hem vertelden hoe hij diende om te gaan met deze rijkdom om de tevredenheid van Allah te verkrijgen. Ondanks al deze zaken koos hij er echter voor om ondankbaar te zijn tegenover Allah, de adviezen te negeren en daardoor als voorbeeld te dienen voor de rest van zijn volk. Hij werd een voorbeeld voor degenen die wereldse rijkdom wensten en daardoor het slechte gedrag van Qaroen niet meer zagen. Hij werd een bevestiging van het advies dat de vrome mensen aan hem hadden gegeven en hij werd een les voor de volkeren na hem zoals wij nu een les trekken uit zijn verhaal. In de volgende verzen staat namelijk:
“Daarom deden Wij hem en zijn woning in de aarde wegzinken. En voor hem was er geen groep die hem kon helpen, behalve Allah. en hij behoorde niet tot degenen die zichzelf konden redden. En degenen die de vorige dag zijn positie wensten begonnen te zeggen: “O wee, het is Allah Die het onderhoud verruimt en beperkt voor wie Hij wil van Zijn dienaren. Als Allah ons niet begunstigd had, had Hij ons zeker doen wegzinken. O wee, de ongelovigen slagen niet.” (28: 81-82)
Team Waaromislam